In juli 1566 werd Willem van Oranje door Margaretha van Parma naar Antwerpen gestuurd om de roerige stad tot bedaren te brengen. Ondanks het feit dat de op dat moment nog katholieke Willem van Oranje sympathiseerde met het eedverbond, hoopte hij met de landvoogdes en de koning tot een vergelijk te kunnen komen. Toch werd hij door de calvinisten en andere oppositionele groepen gezien als een belangrijk voorman van het verzet. Het was tegen wil en dank; Oranje dacht er nog niet over om openlijk in verzet te komen. daartoe kwam het pas in 1567, na de komst van Alva.
bron: Ooggetuigen vn de Gouden Eeuw
via @meesterhenkvink 2015